Browsing Category

uit de klei

uit de klei

Sporen

“Gewoon de sporen volgen.”

Het is dat ze een muts ophebben, handschoenen dragen, winddichte jacks met namen als ‘Straver schaatsen’. Anders was het net een café, zoals ze daar zitten op gebloemde tuinstoelen. Dromerig starend over het ijs.

“As ge ’t wilt, moette ’t nou doen.”

De mannen staan op en glijden op hun gemak weg. Een paar slagen, dan is het weer stil.

Ik wurm me in m’n 20 jaar oude Noren. Het schrapen van mijn ijzers over het ijs doorbreekt de stilte. De eenden in het wak trekken zich er niks van aan. Een zwaan stapt parmantig over het bevroren water.

Ik volg de sporen

De januarizon maakt van het landschap een kraakhelder schilderij, ieder detail zichtbaar en uitgelijnd.

Kreunend bereik ik het bruggetje bij de Bakkerskil. M’n kuiten schreeuwen het uit.

Onder de brug ligt het open. Daarachter lonkt meer ijs. Een paar mannen klimmen op handen en knieën over stenen balken. Zolang er ijs ligt, dóórgaan.

Ik keer om.

Terug bij de kant plof ik op een tuinstoel.

Ik aarzel. Zal ik nog een rondje doen?

Het ijs kraakt en piept wat harder dit keer.

“Niet naar achter afzetten, opzíj!” hoor ik een trainer in m’n hoofd zeggen.

Ik bak er niks van. Maar daar gaat het niet om.

Het gaat om even onderdeel zijn van een landschap dat morgen weg is. Een uitzicht dat straks is gesmolten. Een middag vertoeven in het genootschap van natuurijsschaatsers.

 

Nederland ontschaapt.
uit de klei

Ontschaap

Slaperig loop ik naar voordeur. Trek de krant uit de brievenbus. Check de voorpagina.

Opeens ben ik klaarwakker.

Poehee, die had ik niet aan zien komen.

Het is dan ook nogal wat, wat de NRC Next meldt:

Nederland ontschaapt.

Waarom verdwijnt het schaap uit het Nederlandse landschap?

Nederland ontschaapt.

Snel blader ik naar het artikel. Het begint goed. “Wie een rationele sterkte-zwakteanalyse loslaat op het schaap, ziet meteen: een schaap is een leuk product.” Niet bijster intelligent maar wel “heel hanteerbaar”.

Het zijn die-hards die het hele jaar door buiten staan.

En “Als een schaap tegen je oprent, gebeurt er meestal niks. Da’s makkelijk met kinderen”.

Rende er maar eens een schaap tegen me op.

Maar dan slaat de toon om.

In schapen “moet je zin hebben”, legt een boerenechtpaar uit.

Ze verdwalen, raken bekneld, vallen in de sloot of krijgen uierproblemen.

Iets met mestquota, ooipremie.

Als niche kun je er schapen bijnemen voor de wol, melk of kaas.

Echt verdienen doe je aan schapenvléés.

Daar liggen nog kansen.

Om mijn geliefde schaap te redden moet ik het dus éten?

Lámskoteletten braden?

Dat moet toch anders kunnen.

Ik denk aan crowdfunding. Boeren betalen om schapen te houden.

Of à la Rotterdam: schapen in de stad, of op het dak.

Misschien moet ik m’n carrière omgooien en in de schapen gaan. Een niche is juist goed. Subsidietje erbij.

Gelukkig is de ontschaping nog niet helemaal voltrokken.

Ik ga m’n fiets pakken. Naar de schapen toe.